Moeder, ik roep u naar huis
met de eerste van alle namen.
Ik heb op uw lichaam gewacht.
De hemel zegt eindeloos amen.
Ik dank u voor Nazareth,
voor de jaren van zuivere vrede.
Uw huis was een huis van gebed,
de deur was een deur op de hemel.
Ik dank u voor uw verdriet
in de eenzame nachten der aarde;
het lange geduld van uw tranen.
De hemel heeft ze verzameld.
Ik dank u voor Golgotha,
voor het kruis dat u hebt zien planten,
voor uw weerloze zachte handen
aan mijn weerloos lichaam daarna.
Moeder, nu bent u thuis.
De tijd bleef beneden, de zorgen.
Een stilstaand geluk zonder morgen
in de hemel, de hemel uw huis.
Anton van Wilderode