29e zondag door het jaar – Jaar C
Ex 17, 8-13; 2 Tim 3, 14-4, 2; Lc 18, 1-8
De lezingen van deze zondag nodigen ons uit om na te denken over twee grondvesten van ons geloof: ‘Gebed’ en ‘vertrouwen’. Jezus gebruikt het verhaal van een ‘onrechtvaardige rechter en een ‘weduwe, slachtoffer van onrecht’ om ons te laten zien hoe belangrijk het is om te blijven bidden en nooit op te geven. Het is niet de bedoeling dat Jezus God de Vader wil vergelijken met een onrechtvaardige rechter. Integendeel, door deze gelijkenis, wil Jezus ons laten zien dat niets een volhardend gebed kan weerstaan.
Het evangelie van vandaag stelt ons voor een schijnbaar hopeloze en onhoudbare situatie. Aan de ene kant een goddeloze rechter, iemand die geen enkel respect heeft voor God noch gebod. Iemand die slechts één norm kent: zichzelf. Aan de andere kant: een weduwe, compleet radeloos en weerloos; iemand zonder rechten noch bescherming in die maatschappij. Hoe kan zo iemand ooit recht bekomen bij zo’n rechter? ‘Nooit’ zouden wij zeggen. Maar God wijst altijd een weg voor wie tot Hem komt.
Dit evangelie staat niet ver weg van onze alledaagse ervaringen. In de wereld waarin we leven worden we voortdurend geconfronteerd met gelijkaardige contrastervaringen. Aan de ene kant, de kant van de onrechtvaardigheid, zijn er ontzettend grote moeilijkheden en problemen: onrecht en geweld dat vele slachtoffers maakt, oorlog en terreur, honger in de wereld, wanhoop, en noem maar op. Aan de andere kant zijn we, net zoals die weduwe waarover Jezus vertelt, geconfronteerd met onze onmacht. Hoe houden wij dat vol? Als mens en als christen?
De lezingen van vandaag wijzen ons een weg… De weg van het volhardend bidden, nooit opgeven, vertrouwen, en elkaar steunen. Jezus laat ons zien dat we echt zeker mogen zijn dat God een liefdevolle Vader is die naar ons luistert.
‘Gebed’, ‘geduld’ en ‘vertrouwen’ worden onderstreept als grondvesten van het geloof. Zo is het ook in de eerste lezing. Mozes en zijn volk, vermoeid en uitgeput door de lange en zware tocht door de woestijn stootten op weerstand die hen de doortocht naar het beloofde land ontzegt. Ze hadden geen kracht meer om te vechten. Maar hun geloof en vertrouwen op God was sterk. Mozes gaat op de top van de heuvel bidden met beide armen ten hemel gericht. Aäron en Chur hielden de armen van Mozes omhoog tijdens de strijd om de overwinning te verzekeren. De steun die Mozes krijgt, toont ons dat we elkaar moeten steunen. Dat is de ware verbondenheid in gebed en concrete solidariteit. Het verhaal leert ons dat God het laatste woord heeft. Vertrouw op God, doe wat je kan, en laat dan God God zijn.
De tweede brief van de apostel Paulus aan Timoteüs, geeft ons een ander aspect van het gebed: het lezen en mediteren van de heilige schriften waardoor God tot ons spreekt. De Heilige Schrift is ons kompas, onze wegwijzer, onze bron van wijsheid. Bidden is niet alleen tot God spreken maar ook luisteren naar Zijn Woord dat diep in ons hart tot ons spreekt en ons inspireert.
We mogen ons tot God richten, we mogen zeggen wat ons op het hart ligt: onze verlangens, onze ontgoochelingen, onze vreugde en verdriet. Maar we mogen ook naar Hem luisteren. Is Hij niet degene die tot ons spreekt: “Kom tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven”? (Matteüs 11:28-29)?
Ten slotte, de lezingen van vandaag nodigen ons uit om ons gebed met daden te ondersteunen. God verwacht onze inzet, net als die van de weduwe die opstond en met de rechter ging praten. De situatie van die weduwe in het evangelie vertegenwoordigt een groot aantal mannen en vrouwen in wanhopige, uitzichtloze situaties, maar ze blijven niet stilzitten, ze staan op en komen op voor gerechtigheid, ze pelgrimeren en bidden voor vrede en gerechtigheid in de wereld. Hier denk ik aan de jongeren uit Zuid-Soedan die Missio in haar campagne wil steunen tijdens hun pelgrimstocht voor vrede. Net als Aäron en Chur die de armen en handen van Mozes ondersteunden, worden we uitgenodigd om elkaar te steunen door concrete hulp te bieden en elkaar te bemoedigen.
Missiezondag herinnert ons daaraan, dat ons geloof én ons gebed ons met elkaar verbinden, dat ze ons aanzetten tot actie en concrete solidariteit met vele gemeenschappen wereldwijd, vooral met de meest kwetsbaren. Bidden zegt de heilige Benedictus is het “Werk van God”, dat handen en voeten krijgt door ons. Het gebed verbreedt onze horizon, het brengt ons bij God en bij elkaar. Zo worden we getuigen en missionarissen van Hoop tussen de mensen.
Vrienden, laten wij op deze missiezondag ons geloof dieper verankeren in Gods woord en in echte solidariteit met mensen om ons heen en met de Kerk in alle uithoeken van de wereld.
Théogène Havugimana
pastoor Pastorale Zone De Goede Herder in Haacht & nationaal directeur van Missio België